Heeft jouw bedrijf geen voltijdse medewerker nodig? Of is er daarvoor niet genoeg geld?
Dan is een werkgeversgroepering dé oplossing. Dat is een vereniging van bedrijven die als groep werknemers rekruteren en hen vervolgens met elkaar delen. Een werknemer werkt dan bijvoorbeeld als administratief bediende bij bedrijf A, bedrijf B én bedrijf C. In 2017 is de wetgeving rond zulke verenigingen aangepast. Benieuwd hoe het werkt? Lees dan zeker onze blog.
0 Comments
Toelating van de minister van Werk De werkgeversgroepering moet de rechtsvorm hebben van een vzw of een economisch samenwerkingsverband in de zin van het Boek XIV van het Wetboek van vennootschappen. Ze moet de terbeschikkingstelling van werknemers aan haar leden als enig maatschappelijk doel hebben. Om hun behoefte aan arbeidskrachten onder elkaar te kunnen verdelen, moet dergelijke groepering voortaan de volgende procedure naleven. Een toelatingsaanvraag om als werkgeversgroepering te functioneren, moet per aangetekende brief worden gestuurd naar de voorzitter van het directiecomité van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De werkgeversgroepering voegt haar huishoudelijk reglement toe aan haar toelatingsaanvraag. De minister neemt zijn beslissing binnen een termijn van 40 dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag. Hij heeft de mogelijkheid - en niet de verplichting - het voorafgaand advies van de Nationale Arbeidsraad (NAR) te vragen wanneer de leden van de groepering tot verschillende paritaire comités behoren. In dat geval wordt de termijn van 40 dagen geschorst en beschikt de NAR over 60 dagen om zijn advies uit te brengen. De minister van Werk verleent zijn toelating voor onbepaalde duur. De werkgeversgroepering moet elk jaar een activiteitenverslag bezorgen aan de voorzitter van het directiecomité van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De minister kan een einde maken aan zijn toelating wanneer de werkgeversgroepering de voorwaarden die zijn vastgesteld in de toelating niet naleeft of de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen die haar zijn opgelegd niet naleeft. Bevoegd paritair comité In zijn toelating bepaalt de minister van Werk het paritair comité dat voor de werkgeversgroepering en haar werknemers bevoegd is. Men onderscheidt twee gevallen. 1. Alle leden van de werkgeversgroepering vallen onder hetzelfde paritair comité. Als alle leden van de werkgeversgroepering onder hetzelfde paritair comité vallen, moet de minister dit paritair comité aanduiden. 2. Alle leden van de werkgeversgroepering vallen niet onder hetzelfde paritair comité. Als alle leden van de werkgeversgroepering niet onder hetzelfde paritair comité vallen, moet het paritair comité dat voor de groepering van toepassing is, worden aangeduid onder de paritaire comités waaronder de leden van de werkgeversgroepering vallen. De werkgeversgroepering stelt in haar aanvraag de koppeling met een van de paritaire comités van haar leden voor. De minister neemt zijn beslissing op basis van de volgende criteria:
Wanneer een nieuw lid dat niet onder een van de paritaire comités van de stichtende leden valt zich aansluit bij de groepering, moet een nieuwe toelatingsaanvraag worden gedaan om na te gaan of de vastgestelde koppeling met een paritair comité gerechtvaardigd blijft. De minister kan de koppeling met een paritair comité wijzigen op basis van de feitelijke elementen die opgenomen zijn in het activiteitenverslag. Maximum 50 werknemers De werkgeversgroepering mag niet meer dan 50 werknemers tewerkstellen. Een koninklijk besluit kan deze drempel verhogen op advies van de NAR. Wanneer de werkgeversgroepering het maximumaantal werknemers overschrijdt, komt er een einde aan de toelating om als werkgeversgroepering te functioneren na een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de overschrijding van de maximumdrempel. |